19 mei 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: Democratisch proces
Heerlijk is het wanneer het politieke proces in de gemeente zo langzamerhand weer op gang komt. Deze week was de Hoornse raad nog niet helemaal gefocust op beleidsvoornemens – alleen het CDA wilde nog wat toezeggingen – en raadscommissieleden werden feestelijk ingezworen. Dat het stemmen over wie welke mooie aanvullende functie mocht vervullen een beetje rommelig verliep, zij de mensen vergeven, want het betrof gewoon een interne verkiezingsstrijd. De beoogde coalitie wist in ieder geval de eervolle functie van plaatsvervangend raadsvoorzitter binnen de eigen gelederen te krijgen.
Na de agendapunten kwam nog even een soort van intern beraad over hoe men zich de komende jaren in de raad zal gedragen. Op een projectiescherm kwamen een paar dia’s voorbij over een levensecht Concept-procesakkoord. Ik werd niet als publiek weggestuurd hoewel de democratische verplichting die dinsdagavond al afgerond was. Ik nam plaats naast mijn volle neef, die met zijn vriendin recht tegenover het scherm zat.
De raadsleden, die allemaal op hun plaats waren blijven zitten, beraadden zich over zaken die naar aanleiding van een eerdere bijeenkomst door een ijverige ambtenaar op een rijtje waren gezet. Er zou een akkoord komen over hoe om te gaan met een aantal belangrijke maatschappelijke opgaven, middels een krachtig stadsbestuur en een betrokken samenleving. Ik citeer graag de tekst die wij gedurende het gesprek op het scherm mochten meelezen.
Dat doen wij samen met het college. En met éénzelfde doel: samenwerken voor de stad met de stad.
‘Daarom investeren wij de komende bestuursperiode in meer betrokkenheid van de inwoners, (maatschappelijke) partners en belanghebbenden in het besluitvormingsproces. Dat doen wij samen met het college. En met éénzelfde doel: samenwerken voor de stad met de stad. Met voldoende ruimte voor de partijpolitieke verscheidenheid die bij een gemeenteraad hoort. Met dit raadsbreed aangenomen procesakkoord geven wij richting en ook invulling aan de in de afgelopen jaren ingezette koers van bestuurlijke en democratische vernieuwing.’
Er hoort bij dit document nog een rijtje concrete uitwerkingen. Die zaten in een rits blokjes, die wij, als nieuwsgierig de stad vertegenwoordigend publiek niet konden meelezen. Niet op het projectiescherm, noch in een te downloaden document. ‘De hele blokkendoos wordt ons onthouden!’ fluisterde mijn neef ontzet. ‘Kunnen we net zo goed nu een blokje om. Door nu de blokjes te blokkeren worden wij straks voor het blok gezet!’ Ja, die neef is me er een!
Werd de burger voorheen dan zo zeer genegeerd, dat het zelfs de heersende politici opviel?
Het was ook voor mij verrassend om de uitspraak te lezen dat men voornemens is meer met en voor de burgerij te willen doen. Werd de burger voorheen dan zo zeer genegeerd, dat het zelfs de heersende politici opviel? Is niet al een flinke tijd geprobeerd bij de burgers te rade te gaan? Moeten wij ons als burgers nog meer inspannen om te laten horen wat onze wensen zijn? En wat te denken van een raadsbreed akkoord over een dergelijk proces? Betreft dat ook de manier waarop burgers worden benaderd? Is dit het antwoord op activiteiten van sommige politici om eerst een hoop verontrusting te kweken en dan de mensen naar het stadhuis te lokken? Niet elke fractievoorzitter wilde zich deze weg laten blokkeren.
Is het überhaupt mogelijk om op dit gebied tot een akkoord te komen? Alle blokjes leken er op te wijzen dat er geen oppositie van enige betekenis moest worden verwacht. Dat kon natuurlijk niet helemaal de bedoeling zijn en dat bleek ook in de discussie. Het Hoornse antwoord op de invulling van moderne democratie wordt hier en daar nog wat aangescherpt en het is een fijn gevoel dat zoiets ook op een papieren of digitaal document wordt vervat. Wanneer alle onderdeeltjes ontdaan zijn van de te veel beperkende afspraken, dan krijgen wij als burgerij vast en zeker het document ook onder ogen. Ik ben ontzettend benieuwd hoe ons dat wordt gepresenteerd.
De raad en het college komen naar ons toe, vaker dan we gewend zijn.
De raad en het college komen naar ons toe, vaker dan we gewend zijn. Men gaat niet meer wachten totdat verontruste burgerij zich gaat organiseren tegen moeilijke besluiten. Zo voorkom je wellicht ook dat bij de volgende verkiezingen nog meer partijtjes gaan meedingen.
De gedachten over hoe een democratie ook op lokaal niveau dient te functioneren, lijkt mij op dit moment vooral uit de kokers van het stadsbestuur zelf te komen. Gelukkig maar? Voordat de burgers zelf eens met goeie ideeën over hun eigen democratie op de proppen komen, kun je natuurlijk heel lang blijven wachten. En als er al een idee naar voren zou komen, is het maar helemaal de vraag of dat ook binnen het te sluiten procesakkoord van de raad past.