Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent de maatschappelijke ondersteuning (Nadere regels Wmo gemeente Opmeer 2020)
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2. Aanvragen en besluit maatwerkvoorziening
Artikel 2.2 Onderzoek, gesprek, perspectiefplan
Artikel 2.5 Procedure aanvraag woningvoorziening vanaf €8.000,- (grote woningaanpassing)
Hoofdstuk 3. Maatwerkvoorzieningen
Artikel 3.1 Aanbod maatwerkvoorzieningen en producten
Artikel 3.2 Ondersteuningsprofielen
Artikel 3.5 Huishoudelijke ondersteuning
Artikel 3.6 Dagbesteding/groepsbegeleiding
Artikel 3.7 Kortdurend verblijf
Artikel 3.8 Maatschappelijke opvang en Beschermd Wonen
Artikel 3.9 Voorwaarden voor verstrekking van een tegemoetkoming voor een woonvoorziening
Artikel 3.10 Opstalverzekering
Artikel 3.12 Vervoersvoorzieningen
Hoofdstuk 4. Toegangs- en financieringsvormen tot een maatwerkvoorziening
Artikel 4.1 Persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 4.2 Financiële tegemoetkoming
Artikel 4.3 Kwaliteit in te kopen ondersteuning bij verstrekkingsvorm Pgb
Artikel 4.4 Pgb-toetsgesprek en een (tussentijdse) evaluatiegesprek door het WIJkteam OpMeer
Artikel 4.5 Betalingen via een pgb
Artikel 4.6 Combinatie pgb en zorg in natura Wmo
Hoofdstuk 5. Terug- en invordering
Artikel 5.2 Afzien van terugvordering
Artikel 5.3 Afzien van (verdere) invordering
Artikel 5.5 Teruggaaf hulpmiddel dat verstrekt is in de vorm van een pgb
Artikel 5.6 Terugbetaling van meerwaarde
Hoofdstuk 6. Mantelzorgwaardering
Artikel 6.1 Huishoudelijke Hulp Toelage voor mantelzorgers (HHT)
Artikel 6.2 Jaarlijkse mantelzorgwaardering
Hoofdstuk 7. Cliëntparticipatie
Hoofdstuk 8. Meldingsregeling calamiteiten en geweld en toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid
Artikel 8.1 Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Artikel 8.2 Het toezicht op kwaliteit en/of rechtmatigheid van de ondersteuning
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer;
gelet op het besluit van de raad op 12 december 2019 tot vaststelling van de Verordening Wmo gemeente Opmeer 2020;
overwegende dat de bepalingen van de Verordening Wmo gemeente Opmeer 2020 nadere invulling behoeven door middel van nadere regels;
besluit vast te stellen de Nadere regels Wmo gemeente Opmeer 2020.
De nadere regels vormen een uitwerking van de gemeentelijke verordening. Van de nadere regels mag, mits goed beargumenteerd en binnen de kaders van de wet, worden afgeweken bij een besluit door het college.
- 1.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
Cliëntparticipatie: de wijze waarop de gemeente cliënten en hun vertegenwoordigers, betrokken professionals en organisaties en anderen die bij de gemeente kenbaar maken dat zij mee willen denken op basis van hun interesse en betrokkenheid (hierna: ‘betrokkenen’) betrekt bij beleidsvorming, -uitvoering en –evaluatie van de gemeente op basis van de Participatiewet en de Wmo 2015. - g.
- h.
- i.
- j.
- k.
- l.
Onafhankelijke cliëntondersteuning: vanuit een externe, gecontracteerde partij geboden onafhankelijke ondersteuning met informatie en advies, die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventie zorg, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, wonen, werk en inkomen. - m.
- n.
- o.
Pgb-plan: onderdeel van het perspectiefplan waaruit blijkt dat de cliënt zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening als pgb wenst geleverd te krijgen en waaruit blijkt dat diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd zullen worden. - p.
- q.
- r.
- s.
Vertegenwoordiger: personen of rechtspersonen die als vertegenwoordiger op kunnen treden namens de cliënt zijn: de curator, de mentor of de gevolmachtigde van de cliënt, dan wel, indien zodanige personen ontbreekt, diens echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de cliënt, tenzij deze persoon dat niet wenst, of indien ook zodanige persoon ontbreekt, diens ouder, kind, broer of zus, tenzij de cliënt dat niet wenst. - t.
- u.
Wettelijk vertegenwoordiger: een wettelijk vertegenwoordiger is iemand die door de wet of rechter als vertegenwoordiger is aangewezen. Een wettelijk vertegenwoordiger handelt en beslist namens de inwoner. Denk daarbij aan een voogd, een curator, bewindvoerder of mentor. Bij de wettelijke vertegenwoordiger ligt een verantwoordingsplicht. - v.
Zzp-er: een zelfstandig werkende hulpverlener die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel waarbij de activiteiten blijkens deze inschrijving bestaan uit het verlenen van ondersteuning die past binnen de kaders van de verordening, die voldoet aan de eisen voor een professioneel zorgverlener en die geen eerste- of tweedegraads bloed- of aanverwant is van degene aan wie hij ondersteuning biedt.
- 2.
Hoofdstuk 2. Aanvragen en besluit maatwerkvoorziening
Artikel 2.2 Onderzoek, gesprek, perspectiefplan
- 1.
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de cliënt en zijn situatie. Zo nodig wordt de cliënt gevraagd alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen ter beschikking te stellen aan het college.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
Wanneer sprake is van een maatwerkvoorziening maken de inwoner en de aanbieder binnen de kaders van het perspectiefplan op basis van de resultaten afspraken over de te leveren maatwerkvoorziening. Het college onderzoekt binnen welk profiel en met welke intensiteit een arrangement kan worden aangeboden aan een cliënt. De onderbouwing hiervan wordt vastgelegd in het perspectiefplan.
- 8.
- 9.
- 10.
Het volledig ingevulde perspectiefplan wordt door de cliënt ondertekend. Het (ondertekende) perspectiefplan wordt, voor zover van toepassing voor een effectieve uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning, door cliënt of door het WIJkteam OpMEER, gedeeld met de betrokken aanbieder met inachtneming van de geldende privacyregelgeving.
- 11.
- 12.
- 13.
Artikel 2.5 Procedure aanvraag woningvoorziening vanaf € 8.000,- (grote woningaanpassing)
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Na de voltooiing van de werkzaamheden, maar uiterlijk binnen 6 maanden na het verlenen van toestemming voor het aanpassen van de woning, verklaart diegene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald (de woningeigenaar) aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid (de gereed melding).
- 5.
- 6.
Hoofdstuk 3. Maatwerkvoorzieningen
Artikel 3.1 Aanbod Maatwerkvoorzieningen en producten
Indien is besloten dat de cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening, wordt een onderscheid gemaakt in de volgende voorzieningen:
Artikel 3.6 Dagbesteding/groepsbegeleiding
Groepsbegeleiding mag enkel door een professionele aanbieder aangeboden worden.
Artikel 3.7 Kortdurend verblijf
Kortdurend verblijf wordt aangeboden aan volwassenen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke en/of psychiatrische beperkingen die langdurig meer dan gebruikelijke hulp nodig hebben. Om in aanmerking te komen voor kortdurend verblijf dient er sprake te zijn van de volgende cumulatieve voorwaarden:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
Artikel 3.8 Maatschappelijke opvang en Beschermd Wonen
De ‘beleidsregels Maatschappelijke Opvang, Beschermd wonen en Beschermd Thuis’ zijn opgesteld door centrumgemeente Hoorn namens de Westfriese gemeenten (WF7).
Artikel 3.9 Voorwaarden voor verstrekking van een tegemoetkoming voor een woonvoorziening
- 1.
Om te bewerkstelligen dat de woningaanpassing wordt uitgevoerd conform het programma van eisen en er aldus een adequate aanpassing wordt verstrekt, is een aantal voorwaarden gesteld om de toegekende tegemoetkoming ook daadwerkelijk uit te betalen. De voorwaarden moeten ook middels de beschikking aan de aanvrager en eventueel aan de woningeigenaar, als die niet de aanvrager is, worden bekendgemaakt. Het zijn immers de voorwaarden waaraan het besluit is gebonden.
- 2.
Artikel 3.10 Opstalverzekering
Bij het vergroten van de woning wordt er van uitgegaan dat de eigenaar van de woning zijn opstalverzekering aan de hogere herbouwwaarde van de woning aanpast.
Indien een rolstoel aan de hand van bijvoorbeeld verstrekkingsvorm Pgb wordt afgegeven dient de aanvrager er voor zorg te dragen dat deze voldoet aan de Code Veilig Vervoer Rolstoelgebruikers (VVR) indien deze gebruikt gaat worden voor vervoer per taxi-bus of openbaar vervoer.
Artikel 3.12 Vervoersvoorzieningen
Vervoersvoorzieningen maken het mensen met een bepekring mogelijk om zich lokaal te verplaatsen. Als de cliënt het openbaar vervoer niet kan bereiken of geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer, kan de cliënt in aanmerking komen voor een vervoersvoorziening.
Hoofdstuk 4. Toegangs- en financieringsvormen tot een maatwerkvoorziening
Artikel 4.1 Persoonsgebonden budget
- 1.
a. Kwaliteit van het persoonlijk budgetplan
Een budgethouder is in staat om de doelstellingen en de resultaten, uit het perspectiefplan te kunnen vertalen in een persoonlijk budgetplan. De budgethouder zal voordat het pgb wordt toegekend een persoonlijk budgetplan moeten overleggen inclusief een daarbij horende zorgovereenkomst. Het invullen van het persoonlijk budgetplan en zorgovereenkomst vereist bepaalde vaardigheden.
Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee die gesteld worden aan een budgethouder of beheerder:
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
Een budgethouders moet in staat zijn een administratie te kunnen voeren. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
- –
- –
- –
- –
- –
- –
De zorginhoudelijk beheerder moet in staat zijn om de doelstellingen in het ondersteuningsplan te volgen en te bewaken. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
d. Werkgeverschap (3 dagen ondersteuning of meer)
- 1.
- 2.
Vereisten aan wettelijke vertegenwoordiger of gemachtigde als budgethouder.
Als de budgethouder niet zelf het pgb kan beheren is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die het budget beheert. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger zijn of een gemachtigde. Aan de beheerder stellen we de volgende eisen:
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- –
Artikel 4.2 Financiële tegemoetkoming
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
De financiële tegemoetkoming levert een passende bijdrage aan de zelfredzaamheid en participatie van de inwoner, zonder dat deze kostendekkend hoeft te zijn. Aan een financiële tegemoetkoming zijn dezelfde kwaliteitseisen verbonden zoals deze gelden door levering van gecontracteerde partijen via zorg in natura.
Artikel 4.3 Kwaliteit in te kopen ondersteuning bij verstrekkingsvorm Pgb
De kwaliteit van de in te kopen of ingekochte ondersteuning is belangrijk om de doelen en resultaten die in het ondersteuningsplan zijn opgesteld effectief in te zetten en uiteindelijk tot een goed eindresultaat te leiden. In de wet is als basiseis geformuleerd dat de ondersteuning veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moet worden verstrekt.
De eisen zoals geformuleerd in de wet behoeft vertaling naar werkbare eisen, waarover duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden. Om te kunnen spreken van goede kwaliteit van ondersteuning worden in aanvulling op artikel 9 van de verordening de volgende eisen gesteld:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
- 11.
- 12.
- 13.
- 14.
Eisen voor niet-professionele ondersteuning:
- 1.
- 2.
- 3.
Artikel 4.4 Pgb-toetsgesprek en een (tussentijdse) evaluatiegesprek door het WIJkteam OpMEER
- 1.
Het pgb-toetsgesprek is een goed middel om vooraf te beoordelen of de budgethouder en/of budgetbeheerder pgb-vaardig zijn en of het pgb juist besteed gaat worden. Een toekomstig budgethouder kan zich door het WIJkteam OpMEER laten informeren over de taken en verantwoordelijkheden als budgethouder. Alleen als de toekomstig budgethouder en de budgetbeheerder, als er sprake is van een vertegenwoordiger of gemachtigde, aanwezig zijn kan een pgb-toetsgesprek plaatsvinden. De eisen die gesteld worden voor een effectief pgb-toetsgesprek zijn:
- –
- –
- –
- –
- –
- –
- 2.
Een evaluatiegesprek is noodzakelijk om te onderzoeken hoe de budgethouder en de zorgverlener werken aan de doelstelling. Tijdens een evaluatiegesprek kunnen de doelen bijgesteld worden en zo ook het budget. Uitgaande van een indicatietermijn van één jaar zou op de helft van de termijn een evaluatiegesprek moeten plaatsvinden om teneinde nog te kunnen bijsturen op de doelen die gesteld zijn. Als na het eerste jaar blijkt dat ondersteuning nog nodig is kan het pgb gecontinueerd worden. Dit kan pas als vastgesteld is dat het pgb effectief is ingezet, de zorgverlener de juiste activiteiten levert en er geen budgetoverschrijding is. Pas dan kan een tweede indicatietermijn worden afgegeven voor twee jaar. Voor alle termijnen geldt:
- –
- –
Artikel 4.6 Combinatie pgb en zorg in natura Wmo
Om een goede sturing te houden op een afgegeven arrangement, kan het arrangement in de volgende vorm worden afgegeven:
- –
Als op meerdere resultaatgebieden één arrangement voor diensten (begeleiding, dagbesteding, respijtzorg en huishoudelijke ondersteuning) wordt samengesteld, heeft het de voorkeur dit in één vorm te verstrekken. Dit kan zijn of zorg in natura of in pgb. Artikel 7 lid 3 sub e van de verordening geeft de mogelijkheid hier van af te zien. Deze regeling is specifiek bedoeld voor cliënten welke al vóór 1 januari 2020 zowel een Wmo-maatwerkvoorziening in ZIN als Pgb ontvingen.
- –
Hoofdstuk 5 Terug- en invordering
Artikel 5.5 Teruggaaf hulpmiddel dat verstrekt is in de vorm van een pgb
- 1.
Als een hulpmiddel binnen de gestelde periode waarvoor het pgb is verstrekt niet langer wordt gebruikt dient dit binnen 30 dagen aan de gemeente te worden gemeld. Het bedrag van het pgb moet vervolgens naar rato worden terugbetaald, dan wel het hulpmiddel in eigendom aan de gemeente te worden overgedragen. Hiervoor wordt geen vergoeding verstrekt.
- 2.
- 3.
- 4.
De hoogte van het terug te betalen pgb wordt berekend door het aantal hele maanden vanaf moment van niet gebruik tot aan het eind van de afschrijvingstermijn te delen door de voor hulpmiddel van toepassing zijnde afschrijvingstermijn in maanden en deze breuk vervolgens te vermenigvuldigen met de hoogte van het oorspronkelijk verstrekte pgb.
Artikel 5.6 Terugbetaling van meerwaarde
- 1.
- 2.
In alle gevallen verminderd met het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gebleven.
Hoofdstuk 6. Mantelzorgwaardering
Artikel 6.1 Huishoudelijke Hulp Toelage voor mantelzorgers (HHT)
- 1.
-
De situatie van elke mantelzorger is anders. Soms geven zij mantelzorg aan hun kind(eren) of hun partner thuis, soms aan familie of vrienden die ergens anders wonen. Extra hulp kan het voor de mantelzorger makkelijker maken om werk en zorgen voor jezelf en een ander vol te houden. Daarom is er de huishoudelijke hulptoelage (HHT). Op die manier blijft er voor mantelzorgers ook tijd over voor andere dingen. Deze extra hulp voor 36 uur per jaar (gemiddeld 3 uur in de maand) kan bij hun thuis of bij degene die zij verzorgen middels een eigen bijdrage worden ingezet.
- 2.
-
Mantelzorgers die in de regio Westfriesland wonen en minimaal 3 maanden voor 8 uur per week mantelzorg verlenen, kunnen HHT aanvragen. De HHT kan ook aangevraagd worden door inwoners die (extra) huishoudelijke hulp willen. Het college beslist over de aanvraag van HHT, op basis van de genoemde voorwaarden.
- 3.
Artikel 6.2 Jaarlijkse mantelzorgwaardering
Het college draagt zorg dat mantelzorgers een jaarlijks een blijk van waardering ontvangen voor hun inzet, dit is vastgelegd in de Regeling mantelzorgwaardering 2018.
Hoofdstuk 8. Meldingsregeling calamiteiten en geweld en toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid
Artikel 8.1 Meldingsregeling calamiteiten en geweld
- 1.
Aanbieder meldt binnen 24 uur een calamiteit of geweldsincident bij de toezichthoudend ambtenaar, zie ook artikel 10 lid 2 van de verordening. Als de toezichthoudende ambtenaar niet via een melding van de zorgaanbieder maar op en andere wijze van een calamiteit verneemt, verzoekt de toezichthoudende ambtenaar de Wmo-aanbieder zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen (alsnog) een formele melding te doen. Als een aanbieder niet meldt, ook niet na een verzoek hiertoe, kan de toezichthoudende ambtenaar zelf een onderzoek starten.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
Bijlage 1:
Normering hulp bij het huishouden (HH)
De voorliggende ‘normering hulp bij het huishouden (HH)’ is opgesteld na onderzoek door KPMG Plexus. Dit onderzoek vond plaats in de tweede helft van 2016 in de gemeente Hoorn en bestond uit een expertgroep en observaties van professionals in de praktijk. Op deze manier is in beeld gebracht welke activiteiten HH kunnen omvatten voor de verschillende resultaatgebieden met de daarbij benodigde frequentie en gemiddelde tijdsbesteding. In het onderzoek is gewerkt met gemiddelde tijden. In zijn algemeenheid worden deze als acceptabel bevonden. De gemeenten in de regio West-Friesland hebben dit overgenomen en deze uitgangspunten zich eigen gemaakt. Het uitgangspunt in de praktijk blijft het bieden van maatwerk, afgestemd op de individuele situatie van de cliënt. Het CRvB is akkoord met de toepassing van dit KPMG-normenkader.
De normtijden worden per week weergegeven uitgaande van volledige professionele overname. Een aantal taken zullen dagelijks moeten plaatsvinden, andere wekelijks of met een andere frequentie. De verschillende frequenties van de verschillende activiteiten zijn verwerkt in deze wekelijkse normtijden. Ook wordt inzicht gegeven in de belangrijkste factoren die tot meer tijd kunnen leiden. De frequentie per activiteit wordt in een aparte tabel weergegeven.
Wanneer de consulent constateert dat er meer of minder tijd is benodigd dat niet expliciet is beschreven dan bestaat altijd de mogelijkheid de extra of verminderde tijd te verstrekken. Dit zal altijd goed moeten worden gemotiveerd. Maatwerk vanuit een individuele benadering staat voorop. Dit betekent dat in individuele cliëntsituaties moet worden bepaald:
- 1.
- 2.
Natura en Persoonsgebonden budget
De normering is voor zowel zorg in natura als voor het vaststellen van het persoonsgebonden budget de onderbouwing van het beleid voor HH. Op deze wijze kan de gemeente duidelijk maken op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultatengebieden binnen HH.
De normering dient als leidraad voor het vraagverhelderingsgesprek met de cliënt. Hiermee wordt in beeld gebracht wat de benodigde activiteiten zijn door inzet van HH. De verschillende resultaten waarvoor de maatstaf is uitgewerkt, zijn:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Tabel 2 Normtijden resultaatgebied Schoon en Leefbaar huis
Tabel 3 Normtijden resultaatgebied Schoon en Leefbaar huis
Tabel 4 frequentie per activiteit Schoon en leefbaar huis
* Per bezoek wordt naast de activiteiten ook tijd besteed aan aankomst en vertrek, het pakken van materialen en sociaal contact met de cliënt.
Tabel 5 Normtijden resultaatgebied Schone kleding & linnengoed
Tabel 6 Normtijden en frequenties resultaatgebied beschikken over voldoende levensmiddelen & het kunnen nuttigen van maaltijden
Tabel 7 Normtijden resultaatgebied zorg voor kinderen onder de 6 jaar
Tabel 8 Normtijden resultaatgebied dagelijkse organisatie van het huishouden