Vanuit het Programma Aardgasvrije Wijken is op 10 maart een subsidie toegekend aan gemeente Enkhuizen voor het project Buurtwarmte Enkhuizen in de Gommerwijk. Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) maakte de nieuwe selectie aardgasvrije wijken bekend tijdens het Congres Aardgasvrije Wijken. Het gaat om een bijdrage van ruim vier miljoen euro, bedoeld voor uitvoeringskosten.
Wethouder Esther Heutink markeert het moment als een bijzondere mijlpaal voor het project: “Dit is een fantastische ontwikkeling. Ik ben enorm blij voor het projectteam, de bewoners en iedereen die hierbij betrokken is. Het is prachtig om te zien hoever je uiteindelijk kunt komen met een eerste idee. Een kleine groep mensen begint ergens aan, ze durven ervoor te gaan en kijk wat het nu gebracht heeft! En het mag gezegd: ik ben trots op de ambtelijke organisatie die zich hiervoor heeft ingespannen en natuurlijk ook op alle vrijwilligers van de coöperatie. Samen hebben we dit prachtige resultaat behaald, waarmee het plan nu werkelijkheid kan worden.”
Buurtwarmte Enkhuizen
Buurtwarmte Enkhuizen wil in de wijk een warmtenet van-, voor- en door bewoners aanleggen. Voor de verwarming van de wijk zal in de toekomst gebruik gemaakt gaan worden van warmte afkomstig van de Warmte en Koudeopslag (WKO) van Karel Bolbloemen BV en warmte uit een aangrenzende sloot. Bij Karel Bolbloemen is (rest)warmte beschikbaar uit overschot van het productieproces.
Het project is aangemerkt als pilotproject voor het Wijkuitvoeringsprogramma’s van de drie gemeenten, bedoeld om met elkaar kennis en ervaring uit te wisselen en zoals voorbeeld te dienen voor het verduurzamen van andere wijken. Met de subsidie worden onder andere de installatie voor de warmte-uitwisseling en de distributie van de warmte, het warmtenet en de huisaansluitingen gerealiseerd. Het project gaat nu verder met het opstellen van een wijkuitvoeringsplan en het projectteam wil zo snel mogelijk daarna starten met de uitvoering. Voor meer informatie kijk op www.buurtwarmteenkhuizen.nl.
Bron tekst en foto: Gemeente Enkhuizen