HOORN – In een recente raadsbrief van Wethouder Dick Bennis van de gemeente Hoorn deelt hij zijn zorgen over het achterstallig onderhoud van speelvoorzieningen in de stad. De wethouder deelde in de brief de huidige situatie met betrekking tot speellocaties en de uitdagingen waar de gemeente voor staat. Te kort aan vernieuwingen speeltoestellen die ook per stuk duurder zijn geworden.
Met maar liefst 369 speellocaties en een assortiment van 1787 speeltoestellen en 226 sporttoestellen, biedt Hoorn een ruime diversiteit aan speelmogelijkheden voor kinderen. Dit aanbod omvat niet alleen traditionele speeltoestellen, maar ook moderne faciliteiten zoals Cruijff Courts, skateplekken en het recent toegevoegde Stadsstrand.
Vervanging
Een opvallend aspect dat naar voren komt uit de brief is de noodzaak van periodiek onderhoud. “In de praktijk blijkt dat een speellocatie doorgaans om de 10-15 jaar vervangen moet worden,” meldt de wethouder. Tot en met 2018 werden gemiddeld 12 speellocaties per jaar vervangen, voornamelijk op basis van individuele speeltoestellen. Dit leidde tot een tekort aan coördinatie en onvoldoende vervangingen op basis van afschrijving en veiligheidscriteria.
Dit werd aangepast in 2019, toen de vervangingen werden gebaseerd op afschrijving. De wethouder stelde dat het streefaantal vervangingen van speellocaties op ongeveer 30 per jaar is vastgesteld, met een budget van € 500.000,00 voor het jaar 2023. Echter, tegenwoordig wordt de gemeente geconfronteerd met prijsstijgingen. Er is minimaal € 25.000,- per speellocatie nodig om het bestaande speelaanbod te behouden. Dit resulteert in een totale vervangingswaarde en investeringsbereidheid van € 750.000,- per jaar.
(tekst gaat verder onder de foto)

Achterstand
De wethouder deelde in de raadsbrief mede dat hier op dit moment er een achterstand is van 78 speellocaties die dringend vervangen moeten worden. Ondanks de ambitie om in 2023 30 locaties te vervangen, zal dit doel niet worden behaald. Dit jaar zullen er volgens de wethouder slechts 22 locaties worden aangepakt. Hierdoor blijven er nog 56 locaties over die in 2024 aangepakt moeten worden, naast de geplande 30 nieuwe locaties voor dat jaar. “Deze achterstand blijft jaarlijks groeien, wat mogelijk de veiligheid in het geding brengt. Bovendien levert dit een jaarlijkse toename van meldingen en klantvragen op. In de afgelopen drie jaar is dit aantal verdrievoudigd. Om de veiligheid te blijven waarborgen kan het voorkomen dat we
speellocaties of-toestellen moeten sluiten of verwijderen”, stelt wethouder Bennis.
Natuurlijk spelen
In het vooruitzicht van 2024 is er echter hoop op verandering. Het huidige speelbeleid zal worden geactualiseerd naar een ‘Sport en Bewegen’-gericht beleid. Dit zal onder meer leiden tot meer diversiteit in speelaanleidingen, met een nadruk op het concept van ‘natuurlijk spelen’. Hierbij wordt gestreefd naar speellocaties die minder afhankelijk zijn van traditionele speeltoestellen. Daarnaast zal het aantal speelvoorzieningen opnieuw geëvalueerd worden op basis van demografische gegevens. Deze herziening van het beleid is bedoeld om het speelaanbod beter af te stemmen op de actuele behoeften en mogelijkheden.