Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad en de beeldvorming en het debat 2023
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad, De Beeldvorming en Het Debat en algemeen bestuurlijke aangelegenheden. Het presidium houdt zich o.a. bezig met zaken als de vergaderorde, de procedures, het bespreken van de planning en afdoeningen moties en toezeggingen en het functioneren van de gemeenteraad in algemene zin. Het presidium fungeert als agendacommissie. Zie voor deze werkzaamheden artikel 4.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
Artikel 4 De agendacommissie en het vaststellen van vergaderingen
- 1.
- 2.
Ze heeft in ieder geval de volgende taken:
- a.
- b.
het voorbereiden en vaststellen van de voorlopige agenda van Het Debat, daarbij gebaseerd op het advies van de voorzitter van De Beeldvorming ingeval voornoemde agendering nog niet heeft plaatsgevonden, en van de voorlopige agenda van Het Besluit, van de vergadertijd per vergadering en de behandeltijd per onderwerp en het toetsen van de stukken op deugdelijkheid en leesbaarheid;
- c.
- d.
- e.
- 3.
HOOFDSTUK 2 Het Besluit ten aanzien van toelating van nieuwe leden en fracties
Artikel 5 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
- 1.
- 2.
Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens in een openbare raadsvergadering haar verslag uit over haar advies aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot Het Besluit. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
- 3.
- 4.
- 5.
HOOFDSTUK 3 De fases van het besluitvormingsproces
Het besluitvormingsproces is opgedeeld in drie fases: de beeldvormende fase, de meningsvormende fase en de besluitvormende fase.
Alle onderwerpen die voor behandeling worden aangedragen kunnen (met uitzondering van de in artikel 8, lid 3 genoemde stukken) de volledige cyclus van beeldvormende, meningsvormende en besluitvormende fase doorlopen.
Behalve het college en de raad(sleden) kunnen ook inwoners, maatschappelijke organisaties en instellingen en bedrijven onderwerpen aandragen voor agendering.
Artikel 9 Agenda en uitnodiging
- 1.
- 2.
De agendacommissie stelt de conceptagenda op voor De Beeldvorming. Deze Beeldvorming kan verschillende vormen hebben, zoals opgesomd in artikel 10. Indien sprake is van een beeldvormende commissievergadering, zoals genoemd in artikel 10, lid 1, onder f, worden de agendapunten voorzien van een maximale behandeltijd. De beeldvorming wordt voorzien van een maximale vergaderduur.
- 3.
- 4.
Indien voor stukken op grond van artikel 25 of 86 van de Gemeentewet1 geheimhouding is opgelegd blijven deze stukken, in afwijking van het tweede lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van Het Besluit, de leden van De Beeldvorming en Het Debat inzage.
- 5.
De agenda wordt bij aanvang van de beeldvormende commissievergadering als bedoeld in art. 10, eerste lid onder f, door de deelnemende raadsleden en/of de in artikel 11, lid 2 en 3 bedoelde fractievertegenwoordigers vastgesteld. Hierbij kunnen alleen punten van de agenda afgevoerd worden. Dit gebeurt bij meerderheid van stemmen. De agenda van de andere bijeenkomsten in het kader van De Beeldvorming wordt door de agendacommissie vastgesteld.
- 6.
- 7.
Artikel 10 De wijze waarop De Beeldvorming kan plaatsvinden
- 1.
- 2.
De agendacommissie bespreekt telkens op welke wijze De Beeldvorming wordt ingericht. Dat kan zijn op basis van de Lange Termijn Agenda, op basis van een verzoek van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties of op basis van een verzoek van de raad of het college. Daarbij wordt rekening gehouden met het afwegingskader van de raad, de Participatieverordening en de inhoud van het verzoek.
- 3.
Artikel 11 Leden en Deelnemers
- 1.
- 2.
- 3.
De in het voorgaande lid bedoelde fractievertegenwoordiger moet tijdens de laatste verkiezing van de gemeenteraad op de kandidatenlijst van de politieke groepering hebben gestaan waaraan de betreffende fractie is gelieerd. Per fractie kunnen niet meer dan twee fractievertegenwoordigers benoemd worden.
De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn overeenkomstige toepassing op de fractievertegenwoordigers.
De gedragscode voor de leden van de raad is van overeenkomstige toepassing op de fractievertegenwoordigers.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
Artikel 12 Gespreksvoorzitter en griffier
- 1.
- 2.
De gespreksvoorzitter van De Beeldvorming is belast met het leiden van de vergadering, het handhaven van de orde en het doen naleven van het reglement van orde. Hij nodigt de deelnemers aan de vergadering aan tafel, verleent het woord en sluit de behandeling van een onderwerp af met het verwoorden van de aanbeveling zoals gedaan in artikel 13, lid 6.
- 3.
- 1.
Ieder lid dat aanwezig is bij een vergadering in het kader van De Beeldvormende commissie zoals bedoeld in art. 10, eerste lid, onder f tekent onmiddellijk na binnenkomst in de vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke beeldvormende commissievergadering wordt die lijst door gespreksvoorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
De leden van de Beeldvorming beslissen, indien het een onderwerp betreft voor besluitvorming en deze nog niet reeds door de agendacommissie is geagendeerd voor Het Debat dan wel Het Besluit, of het onderwerp kan worden doorgeleid naar de agendacommissie voor agenderen voor Het Debat dan wel Het besluit. Dit gebeurt bij meerderheid van stemmen.
- 7.
De meningsvormende fase (Het Debat)
- 1.
Het Debat, de vergadering in de meningsvormende fase is formeel-juridisch een raadscommissievergadering. De vergadering is bedoeld voor het uitwisselen van standpunten tussen fracties onderling en het voeren van een debat over voorstellen aan de raad. Het Debat vindt plenair en in de openbaarheid plaats.
- 2.
Artikel 15 Uitnodiging en agenda
- 1.
- a.
- b.
Aan deze agenda kan de mogelijkheid worden toegevoegd voor een kort en bondig inspraakmoment voor belanghebbenden met betrekking tot een onderwerp dat op de agenda staat. Dit inspraakmoment kan uitsluitend gaan om nieuwe elementen van het onderwerp die niet eerder onderdeel van De Beeldvorming zijn geweest. Dit inspraakmoment vindt aan het begin van de vergadering plaats en duurt maximaal 3 minuten.
Een gemotiveerd verzoek tot inspraak als bedoeld in dit artikel kan bij de agendacommissie worden ingediend. Het bepaalde in artikel 9, lid 1 onder c. is van toepassing. Daarbij geldt: als geen gebruik van artikel 9 lid 1 onder c. is gemaakt, kan geen gebruik van het bepaalde onder lid 1 sub b van dit artikel worden gemaakt.
- 2.
- 3.
- 4.
Indien voor stukken op grond van artikel 25 of 86 van de Gemeentewet2 geheimhouding is opgelegd blijven deze stukken, in afwijking van het tweede lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier inzage aan de leden van de raad en de fractievertegenwoordigers als bedoeld in artikel 11 lid 3.
- 5.
- 6.
- 1.
- 2.
- 3.
Wanneer de debatvoorzitter vaststelt dat de meningsvorming over een onderwerp kan worden afgesloten of wanneer de voor de behandeling gestelde tijd is verstreken, adviseren de leden van Het Debat of het betreffende voorstel kan worden doorgeleid naar Het Besluit of dat de meningsvorming in een volgende vergadering van Het Debat wordt afgerond. De beslissing hierover vindt plaats bij meerderheid van stemmen. Doorgeleiding naar Het Besluit op dezelfde avond kan bij unanimiteit van stemmen. Een onderwerp kan in de regel slechts eenmaal worden teruggeleid naar de agendacommisie. Dat betekent dat het onderwerp bij agendering op Het Debat ook direct moet worden toegevoegd aan de agenda van Het Besluit op diezelfde vergadering.
- 4.
- 5.
De besluitvormende fase (Het Besluit)
- 1.
- 2.
De voorzitter, de leden en de griffier hebben een vaste zitplaats, door de voorzitter na overleg met het presidium bij iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen. Als daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter de indeling herzien na overleg in het presidium.
De voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders.
Artikel 20 Uitnodiging en agenda
- 1.
- 2.
De agenda inclusief de bijbehorende stukken wordt uiterlijk 7 dagen vóór de vergadering digitaal beschikbaar gesteld. De agenda wordt openbaar bekend gemaakt.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproeping tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 3.
Als voor stukken op grond van artikel 25 Gemeentewet3 geheimhouding is opgelegd blijven deze stukken, in afwijking van het tweede lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier inzage aan de leden van de raad en de fractievertegenwoordigers als bedoeld in artikel 11, lid 3.
- 4.
- 5.
- 1.
- 2.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, of zoveel eerder als Het Debat is afgerond, als het daarvoor op grond van artikel 20 van de Gemeentewet vereiste aantal leden blijkens de presentielijst aanwezig is.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, onder verwijzing naar artikel 20 van de Gemeentewet.
- 3.
- 4.
- 5.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 24 Stemming; procedure hoofdelijke stemming
- 1.
- 2.
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen. In dat geval wordt het besluit geacht met de stemmen van de overige aanwezige leden te zijn aangenomen.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 8.
Artikel 26 Stemming over personen
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren.
Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
- 5.
- 6.
- 7.
Artikel 27 Herstemming over personen
- 1.
- 2.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
- 3.
- 1.
- 2.
- a.
- b.
- c.
- d.
een zakelijke samenvatting van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, tenzij per fractie, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
- e.
- f.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
HOOFDSTUK 5 Rechten van leden van de raad en leden van De Beeldvorming , Het Debat en Het Besluit
- 1.
Een raadslid kan tot het sluiten van beraadslagingen in Het Debat en Het Besluit over een voorstel een amendement indienen dat betrekking heeft op het betreffende voorstel. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door raadsleden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
- 2.
- 3.
- 4.
- 1.
- 2.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering digitaal (via de griffier) bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
- 3.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening wordt het verzoek in stemming gebracht. De interpellatie wordt als laatste onderwerp op de agenda geplaatst.
- 4.
Artikel 37 Schriftelijke vragen
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende vergadering, bij de onder punt 3 genoemde lijst van ingekomen stukken.
Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
- 5.
- 6.
De vragensteller kan, bij schriftelijke of bij mondelinge beantwoording, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist. Dit onderwerp wordt dan als laatste onderwerp aan de agenda toegevoegd, vóór de behandeling van de Actualiteiten.
- 1.
- 2.
Het raadslid dat tijdens de Actualiteiten vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp en de vragen uiterlijk op de vergaderdag vóór 9.00 uur (via de griffier) bij de raadsvoorzitter. De raadsvoorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens de Actualiteiten aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven, er geen vragen zijn gesteld of als het onderwerp in de raadsvergadering van die dag aan de orde komt.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
HOOFDSTUK 6 Besloten vergadering
Artikel 41 Behandellijst, besluitenlijst
- 1.
- 2.
- 3.
De onder 1 genoemde lijst worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt, al naar gelang, de raadscommissie of de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de behandellijst of de besluitenlijst. Het vastgestelde document wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25 of 864 van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 43 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van het gestelde in artikel 25 of artikel 86 (zie voetnoot) van de Gemeentewet het voornemen heeft de geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 7 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 44 Verslag en verantwoording
- 1.
Eenieder die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. De agendacommissie bepaalt wanneer en in welke vergadering dit gebeurt.
- 2.
- 3.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 38, zijn van overeenkomstige toepassing.
- 4.